Ze nipt wat aan haar glas. Het glas is goed gevuld met rode wijn. Dagelijks drinkt zij dit op een vast tijdstip. Haar huisarts heeft zojuist de definitieve tijd van de geplande euthanasie verteld. ‘Er valt een last van me af, best gek eigenlijk fluistert mevrouw. Ze houdt haar glas om hoog en zegt: ‘Ga nu niet tegen mij zeggen ik wens je een veilige reis, of een fijne behouden reis. Want die reis weet niemand. En wat ik nog erger vind – doe ze de groetjes daar boven- ‘. Er ontstaat een interessant gesprek over leven na de dood. Haar echtgenoot heeft een bijna-dood ervaring meegemaakt en verteld over een wit licht en over een veld vol bloemen. Zelf gelooft ze niet in een leven na de dood, dan zou het daarboven veel te druk zijn is haar mening.

Ik vraag aan haar wat zij graag zou willen horen als iemand afscheid komt nemen. Ze neemt ondertussen wat grotere slokken wijn en verslikt zich omdat ze begint te lachen. Na een behoorlijke hoestbui zegt ze: ‘Stel er is leven na de dood, dan ga ik de bloemetjes buiten zetten’. Ze ziet het helemaal voor zich en schenkt nog een wijntje in.

Als ik afscheid neem van mevrouw neem merk ik dat het toch bijzonder voelt om te zeggen: ‘Ik wens u veel plezier met de bloemetjes buiten zetten’. Mevrouw vindt het geweldig. Een glimlach van oor tot oor. ‘Dit klinkt toch veel gezelliger’? zegt ze tegen mij. Ik merk aan haar dat ze iets van bevestiging zoekt en geef haar gelijk.

Tijdens het schrijven van dit verhaal weet ik dat ze ondertussen is overleden. Ik wens haar rust en een hemel vol bloemen.\

Ik nip zelf ook even aan mijn glas rode wijn en proost op het leven.

@ Marieke