Mevrouw Andries rookte altijd. En mevrouw Andries had ook hele verhalen over haar ‘verkeringen’. Op een dag vroeg ze aan mij of ik ook verkering had. Ik vertelde haar dat ik geen verkering had en vervolgens overgoot ze me met vele goede adviezen.

Uiteindelijk heeft dat er voor gezorgd dat ik een dansmaatje heb ontmoet en dat kwam zo: Omdat ik alleen ben en van dansen houd ga ik nog wel eens naar Assendelft om te dansen op een avond met alleenstaanden. Op die bewuste avond danste ik met een leuke man en die vroeg mij zo het een en ander en ik vertelde dat ik in het hospice ‘In Vrijheid’ in Purmerend werkte als vrijwilliger. Het was een leuke avond maar meer kan ik me niet herinneren.

Vervolgens ging ik een week op vakantie en wat gebeurde er intussen? De man die met mij had gedanst vond mij zo leuk dat hij contact met me wilde. Hij wist echter mijn naam niet. Hij wist nog wel, dat ik bij het hospice werkte. Dus ging die meneer met twee bossen bloemen naar het hospice. Hij vertelde zijn verhaal en wilde graag weten wie ik was. De ene bos was voor de coördinator die hem begeleidde naar het bord met vrijwilligers en de andere bos bloemen was voor mij.

Toen ik die week erop weer moest werken werd mij het verhaal van de dansmaat in geuren en kleuren verteld, en kreeg ik de bos bloemen die nog op mij wachtte. Hij had zijn telefoonnummer achtergelaten en ik belde hem om te bedanken voor de bloemen.

En… we dansen nog steeds samen!

Het verhaal van een vrijwilliger